Op 25 september 2019 publiceerde het IPCC zijn Speciaal rapport over de oceanen, de cryosfeer en de klimaatverandering (SROCC), dat werd goedgekeurd tijdens de 51ste plenaire vergadering van het IPCC (Monaco, 20-23 september 2019).
Op basis van de meest recente wetenschappelijke gegevens benadrukt het IPCC-rapport de belangrijkste punten van bezorgdheid die voortvloeien uit de interacties tussen de klimaatverandering, de oceanen en de cryosfeer (de delen van het aardoppervlak die bedekt zijn met ijs). Het evalueert ook de gevolgen voor de menselijke gemeenschappen en de opties om zich aan te passen aan de klimaatverandering.
Het gaat om een "speciaal" rapport, dat volgt op twee andere speciale rapporten: het rapport over de gevolgen van een opwarming van 1,5°C (oktober 2018) en het rapport over het verband tussen klimaatverandering en bodemgebruik (augustus 2019).
Die rapporten maken deel uit van de 6de evaluatiecyclus van het IPCC, die in 2021-2022 zal worden afgesloten met de publicatie van de verschillende volumes die samen het 6de assessment report vormen, en van het syntheserapport.
Het geheel van de IPCC-rapporten vertegenwoordigt de belangrijkste wetenschappelijke bijdrage waarmee rekening wordt gehouden in de context van de internationale klimaatonderhandelingen. De twee speciale rapporten werden in 2019 gepubliceerd en officieel voorgesteld tijdens de COP25 in Madrid.
Het rapport bevestigt de noodzaak van dringende en ambitieuze maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en de veerkracht tegen klimaatverandering te vergroten.
Enkele kernboodschappen
- De cryosfeer (die ongeveer 69% van het zoet water op aarde bevat) en de oceanen (die 71% van het aardoppervlak beslaan) zijn bijzonder gevoelig voor de klimaatverandering, en alle mensen op aarde zijn er direct of indirect van afhankelijk.
- De terrestrische cryosfeer neemt in omvang af (massale inkrimping van gletsjers en landijs, afname van de seizoensgebonden sneeuwval, degradatie van de permafrost); verwacht wordt dat het smelten van de permafrost zich in de loop van deze eeuw op grote schaal zal voortzetten, waardoor er enorme hoeveelheden koolstof zullen vrijkomen (in de vorm van koolstofdioxide en methaan), wat de opwarming van de aarde kan versnellen.
- De omvang van het zee-ijs in het Noordpoolgebied neemt af; de kans op een ijsvrije Noordelijke IJszee aan het einde van de zomer is aanzienlijk kleiner als de opwarming beperkt blijft tot 1,5°C (vergeleken met 2°C).
- De oceanen warmen op alle dieptes steeds sneller op, en worden ook geconfronteerd met zuurstofverlies, verzuring en toenemende stratificatie; al die factoren hebben een invloed op de mariene biodiversiteit, de primaire productie van de oceanen, en de visserij.
- De zeespiegel stijgt de afgelopen decennia in een versneld tempo; hij zal blijven stijgen (op lange termijn met een aantal meter), en extreme gebeurtenissen, die nu nog zeldzaam zijn, zoals stormgolven, hevige tropische cyclonen en mariene hittegolven, zullen tegen 2050 toenemen, waardoor de overstromingsrisico's in kustgemeenschappen toenemen.
- Kustecosystemen staan onder druk door de opwarming van de oceanen, de intensivering van de mariene hittegolven, de verzuring van de oceanen, het verlies aan zuurstof en de stijging van de zeespiegel. In hoge-emissiescenario's worden tegen 2100 toenemende risico's op ernstige gevolgen voor de biodiversiteit, de structuur en de functie van die ecosystemen voorspeld. Bepaalde gevoelige ecosystemen zoals warmwaterkoralen lopen een bijzonder groot risico, zelfs als we erin slagen om de opwarming van de aarde te beperken tot maximum 1,5°C.
- Veranderingen in de cryosfeer hebben gevolgen voor de terrestrische en de zoetwaterecosystemen in de poolgebieden en het hooggebergte, met talrijke gevolgen voor de ecosystemen, zoetwatervoorziening, infrastructuur, voedselveiligheid, gezondheid en cultuur.
- De impact van de klimaatverandering op de cryosfeer en de oceanen heeft nu al negatieve gevolgen voor de mensen en de gemeenschappen (impact op de visserij, zoetwatervoorziening, hydro-elektriciteit, transport, infrastructuur, voeding, voedselveiligheid, gezondheid, toerisme en culturele en sociale waarden).
- De huidige emissies zullen op middellange termijn gevolgen blijven hebben (in het bijzonder het opwarmen van de oceanen, het smelten van de gletsjers, het ontdooien van de permafrost en het stijgen van de zeespiegel); als de uitstoot van broeikasgassen in de komende decennia sterk wordt afgebouwd, kan dat de veranderingen op langere termijn verminderen.
- De impact van de klimaatverandering op de mariene biodiversiteit (daling van de abundantie, verandering in de spreiding van de soorten, etc.) zal gevolgen hebben voor het inkomen, de bestaansmiddelen en de voedselveiligheid van de gemeenschappen die afhankelijk zijn van de natuurlijke hulpbronnen.
- Vanaf het midden van de eeuw zullen de risico’s verbonden aan hoge emissies aanzienlijk hoger liggen. In sommige gevallen zal het aanpassingsvermogen van de ecosystemen en van de gemeenschappen overschreden worden. Aanzienlijke reducties in de uitstoot van broeikasgassen in de komende decennia zouden het mogelijk kunnen maken om de impact op de terrestrische cryosfeer te verminderen.
- Kustgebieden zullen meer blootgesteld zijn dan andere gebieden. Bepaalde kwetsbare gemeenschappen, in het bijzonder diegene die in de buurt van koraalriffen of in poolgebieden wonen, zullen naar verwachting ruim voor het einde van de eeuw geconfronteerd worden met de limieten van de aanpassing, zelfs in scenario's met lage broeikasgasemissies.
- De technische limieten van de infrastructuur voor kustbescherming zouden in het algemeen niet worden bereikt in een scenario met een sterke daling van de emissies; die limieten zouden wel bereikt worden na 2100, in geval van hoge emissies.
- De toekomstige impact van de klimaatverandering op de oceanen en de cryosfeer vormt een grote adaptatie-uitdaging voor de ecosystemen en de gemeenschappen, alsook voor de governance en de besluitvormingsprocessen op lokaal, nationaal en internationaal niveau.
- Uitgebreide beschermingsmaatregelen, herstel van ecosystemen, ecosysteemgebaseerd beheer van hulpbronnen en beperking van niet-klimaatgebonden stressfactoren, samenwerking en coördinatie tussen belanghebbenden kunnen de stabiliteit van de ecosystemen en van de diensten die ze leveren in stand houden. Hun potentieel is echter beperkt in de hoge-emissiescenario's.
- Duurzame en klimaatbestendige ontwikkeling is alleen mogelijk door de onmiddellijke, drastische, gecoördineerde en duurzame toepassing van zeer ambitieuze mitigatiemaatregelen, in combinatie met aanpassingsmaatregelen, om de vitale functies van de oceanen en de cryosfeer in stand te houden.
Meer informatie:
- Speciaal rapport over de oceaan, de cryosfeer en de klimaatverandering en « samenvatting voor beleidsmakers »
- Speciaal rapport over woestijnvorming, bodemaantasting, duurzaam landbeheer, voedselzekerheid en broeikasgasstromen in terrestrische ecosystemen
- Speciaal rapport « 1,5 °C »
- 6de assessment report
- 5de assessment report
- Rapport 2019 van het Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten (IPBES)
- Presentatie van het IPCC