EU-importeurs kunnen inderdaad directe of indirecte douanevertegenwoordigers aanwijzen. Wat de CBAM-rapportage betreft (in het kader van de CBAM-verordening en de uitvoeringsverordening) rusten de verplichtingen echter op de importeur of, indien deze daarmee instemmen, op zijn indirecte vertegenwoordigers (zie artikel 32 van Verordening (EU) 2023/956 voor de overgangsperiode).
Zelfs in het geval dat de importeur een directe douanevertegenwoordiger aanwijst, blijft die importeur aansprakelijk voor de CBAM-rapportageverplichtingen. Met andere woorden, de importeur blijft de aangever voor CBAM-doeleinden.
Niets belet importeurs om dienstverleners aan te wijzen die hen in de praktijk kunnen bijstaan bij het opstellen en indienen van hun CBAM-verslagen, maar de verantwoordelijkheid voor de naleving van de CBAM-rapportageverplichtingen ligt, zelfs in dergelijke gevallen, bij de importeurs of, in voorkomend geval, bij de indirecte vertegenwoordigers.