Volgens de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) heeft de industriële vertraging als gevolg van de COVID-19-pandemie niet geleid tot een vermindering van de recordniveaus van broeikasgassen die de warmte in de atmosfeer gevangen houden, waardoor de temperaturen stijgen met als gevolgen extremer weer, smeltend ijs, stijgende zeespiegels en een verzuring van de oceanen.
De ‘lockdown’ heeft zeker de uitstoot van veel vervuilende stoffen en broeikasgassen, zoals kooldioxide, teruggedrongen. Maar de effecten op de CO₂-concentraties - het resultaat van de cumulatieve emissies in het verleden en in het heden - zijn in feite niet groter dan de normale schommelingen in de koolstofcyclus van jaar tot jaar en de grote natuurlijke variabiliteit van koolstofputten zoals de vegetatie.
De COVID-19-pandemie is geen oplossing voor de klimaatverandering, maar heeft de verdienste dat ze ons aan het denken zet over ambitieuzere maatregelen om onze uitstoot tot nul te reduceren. De noodzakelijke veranderingen, die economisch realistisch en technisch mogelijk zijn, zouden ons dagelijks leven slechts minimaal beïnvloeden.