In de aanloop naar de VN-klimaattop van Doha (Qatar) en op initiatief van Staatsecretaris voor Leefmilieu en Melchior Wathelet en de Zweedse minister voor Leefmilieu Lena Ek hebben vertegenwoordigers uit 30 landen ideeën uitgewisseld over klimaatrechtvaardigheid (‘equity’) om de internationale klimaatonderhandelingen een duwtje in de rug te geven.
De verplichting van alle landen het klimaatsysteem te beschermen ‘op basis van billijkheid en overeenkomstig onze gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden en respectievelijke capaciteiten’, is al in 1992 in het VN-Klimaatverdrag vastgelegd. Nu de VN-Klimaatconferentie in Durban (Zuid-Afrika) eind 2011 beslist heeft om tegen 2015 een nieuw internationaal akkoord te onderhandelen, treedt het ‘equity’-vraagstuk opnieuw prominent op de voorgrond van de onderhandelingen.
Moeten de historische emissies van de industrielanden centraal staan? Of eerder de huidige en toekomstige emissies van alle landen? Is kostenefficiëntie het belangrijkste criterium? Hoe kunnen we solidair zijn met de armsten en meest kwetsbaren? Met welke nationale omstandigheden moeten we rekening houden? Tot nu toe werd over deze en andere zulke vragen helaas meer een dovemansgesprek gevoerd dan een echte dialoog.
België en Zweden helpen de discussie mee op gang
Om deze dialoog aan te gaan, creëerden België en Zweden op 6 en 7 november 2012 in Brussel een informeel forum.
Tijdens de eerste dag van de workshop formuleerden academici en stakeholders voorstellen om klimaatrechtvaardigheid te integreren in het nieuwe klimaatakkoord. Deze voorstellen gaan ondermeer over het gebruik van indicatoren, innoverende financiële instrumenten en over het inschatten van de uitstoot die het gevolg is van basistoegang tot energie, gezondheid, voedsel enz… De presentaties ervan zijn hier beschikbaar.
De tweede dag vond informeel overleg plaats tussen klimaatonderhandelaars over hoe klimaatrechtvaardigheid kan geïntegreerd worden in de verschillende onderwerpen, die in Doha aan bod zullen komen. Er ging veel aandacht naar het toelichten van wederzijdse standpunten en het verkennen van mogelijke pistes voor convergentie.
Met deze workshop zijn Zweden en België er in geslaagd om onderhandelaars van gedachten te laten wisselen, een beter inzicht te bieden in de brede waaier van perspectieven en standpunten, en een beter begrip bij te brengen voor elkaars belangen en realiteiten. Op die manier komt een globaal, billijk klimaatregime voor alle landen, in staat om de mensheid te beschermen tegen een klimaatverandering die een gevaarlijke grens overschrijdt, binnen bereik.