Belangrijk is ook dat het Akkoord een bindend verdrag is geworden: elke Partij heeft de verplichting om nationaal bepaalde bijdragen (Nationally Determined Contributions - NDCs) voor te bereiden, mee te delen en aan te houden en om zich in te spannen nationale maatregelen te nemen met het oog op het behalen van de doelstellingen ervan.
Dit al dan niet bindende karakter van de nationale bijdragen dreigde aanvankelijk een belangrijk struikelblok te worden voor de VS, aangezien president Obama vreesde dat dit de goedkeuring van het akkoord door de VS onmogelijk zou maken. Voor de EU en veel andere landen was het net een prioriteit om de uitvoering van nationale doelstellingen en actieplannen zo bindend mogelijk te maken.
De oplossing voor de dreigende patstelling was dat - terwijl de reductiedoelstellingen zelf geen deel uitmaken van het Akkoord - dat akkoord wel de internationale verplichting tot het hebben van zulke doelstellingen oplegt en landen verplicht een beleid te voeren om deze doelstellingen te halen.
Met de individuele klimaatdoelstellingen en -plannen die door 188 landen werden ingediend vóór en tijdens COP21 wordt de 2°C-doelstelling nog niet gehaald. Daarom voorziet het akkoord een vijfjarige evaluatiecyclus, waarbij elk land telkens een nieuwe - steeds strengere - nationale bijdrage moet meedelen. Het is ook de bedoeling dat deze bijdragen op termijn voor alle landen evolueren naar de absolute nationale emissieplafonds waaraan de industrielanden nu al zijn onderworpen.
Deze individuele “ambitiecyclus” zal onder meer zijn gebaseerd op een “global stocktake” die elke 5 jaar zal moeten oordelen welke vooruitgang is geboekt in de implementatie van het akkoord en het bereiken van de lange termijn-doelstellingen. Deze cyclus begint al in 2018, met een zgn. ‘faciliterende dialoog’, nog voor het Akkoord formeel van kracht wordt.
Alle Partijen zullen zich ook moeten inspannen om nationale langetermijnstrategieën (mid-century, long-term low greenhouse gas emission development strategies) te formuleren, tegen 2020 ten laatste. Deze strategieën zullen worden gepubliceerd door het UNFCCC-secretariaat.