Andere informatie en diensten van de overheid : www.belgium.be

De website van de Belgische bevoegde autoriteit voor CBAM

Autorisatie proces

Vanaf 1 januari 2026 mogen CBAM-goederen in het douanegebied van de Europese Unie (EU) alleen nog door toegelaten CBAM-aangevers worden ingevoerd.

Dit betekent dat de status van toegelaten CBAM-aangevers vanaf 31 maart 2025 moet worden aangevraagd bij de relevante nationale bevoegde autoriteit (NCA) van het CBAM, terwijl de module voor het beheer van de vergunningen (AMM) operationeel wordt in het CBAM-register. Importeurs en indirecte douanevertegenwoordigers zullen vergunningsaanvragen kunnen indienen via het portaal voor aangevers, terwijl de bevoegde autoriteiten verantwoordelijk zullen zijn voor het beheer van dergelijke vergunningen.

De uitvoeringsverordening(EU) 2025/486, die op 17 maart is vastgesteld en op 28 maart 2025 in werking is getreden, vormt de rechtsgrondslag voor de voorwaarden en procedures in verband met de status van toegelaten aangever volgens het CBAM.

 

Vereenvoudigingspakket CBAM: Als onderdeel van het eerste omnibuspakket op 26 februari 2025 heeft de Commissie een reeks wijzigingen voorgesteld om het CBAM te vereenvoudigen en de administratieve rompslomp te verminderen. 

Ten eerste werd voorgesteld om het CBAM voor kleine CBAM-importeurs te vereenvoudigen door een nieuwe de-minimisdrempelvrijstelling voor CBAM van 50 ton massa in te voeren. Dit zou het mogelijk maken om ongeveer 99% van de emissies nog steeds binnen het toepassingsgebied van het CBAM te houden, terwijl ongeveer 90% van de importeurs wordt vrijgesteld. Voor de importeurs die verwachten binnen het toepassingsgebied van het CBAM te blijven, zullen de voorgestelde wijzigingen ook de naleving van de CBAM-verplichtingen vergemakkelijken (bijvoorbeeld de machtiging van aangevers, de berekening van emissies en het beheer van de financiële aansprakelijkheid van het CBAM). Dit zal gepaard gaan met maatregelen die het CBAM doeltreffender maken, door de antimisbruikbepalingen te versterken en samen met de nationale autoriteiten een gezamenlijke antiontwijkingsstrategie te ontwikkelen. 

Wie moet de status van CBAM-toegelaten aangever aanvragen?

Image

De uitvoeringsverordening 2025/486 verduidelijkt dat de status als volgt moet worden aangevraagd:

  • indien de importeur in het douanegebied van de EU is gevestigd: de importeur of, in overleg daarmee, de indirecte douanevertegenwoordiger.
  • indien de importeur niet in het douanegebied van de EU is gevestigd: de indirecte douanevertegenwoordiger.

Indien de importeur niet in een lidstaat is gevestigd en de indirecte douanevertegenwoordiger niet de status van toegelaten CBAM-aangever heeft, kunnen de betrokken CBAM-goederen derhalve niet in de Europese Unie worden ingevoerd. 

 CBAM-aanvragers, die een geldig EORI-nummer hebben  en in het douanegebied van de EU zijn gevestigd, kunnen de status van toegelaten CBAM-aangever alleen aanvragen in hun land van vestiging. 

In overeenstemming met de toezegging van de Commissie om de CBAM-verordening te vereenvoudigen en van het nieuwe voorstel voor een de-minimisdrempel van 50 ton massa, wordt importeurs die op basis van hun economische activiteit verwachten de de-minimisdrempel voor de invoer van CBAM-goederen te overschrijden, ten zeerste aanbevolen om zo snel mogelijk een vergunning aan te vragen. 

Evenzo wordt sterk aanbevolen dat importeurs die verwachten de drempel niet te overschrijden, wachten tot 25 september 2025 om een vergunningsaanvraag in te dienen.

Houd er rekening mee dat deze aanbeveling alleen van toepassing is op importeurs van CBAM-goederen. Indirecte douanevertegenwoordiger is een CBAM-vergunninghoudende aangever om namens de importeur CBAM-goederen in het douanegebied van de EU in te voeren, ongeacht de drempels van de ingevoerde CBAM-goederen. 

Importeurs van elektriciteit

Aan elke persoon aan wie expliciete capaciteit is toegewezen voor de invoer van elektriciteit, wordt automatisch de vergunningsstatus toegekend (douaneaangiften achteraf). De volgende documentatie moet echter worden verstrekt na de indiening van de douaneaangifte (art. 5(4) CBAM-verordening 2023/956):

  1. douaneaangifte voor de invoer van elektriciteit;
  2. deze informatie: naam, adres en contactgegevens, EORI-nummer, belangrijkste economische activiteit in de Unie;
  3. een vermelding dat capaciteit voor de invoer van elektriciteit aan die persoon is toegewezen en dat die capaciteit is genomineerd voor invoer overeenkomstig artikel 5, lid 4, van Verordening (EU) 2023/956;
  4. documenten ter staving van de in bovengenoemd punt 3 bedoelde vermelding.

Houd er rekening mee dat CBAM niet van toepassing is op elektriciteit die wordt opgewekt in de exclusieve economische zone (EEZ) van de lidstaten en in de EU wordt ingevoerd. Dergelijke elektriciteit is "van oorsprong uit de EU" en valt daarom niet onder artikel 2, lid 1, van de CBAM-verordening 2023/956. Daarom is deze elektriciteit niet onderworpen aan een CBAM-verplichting, zowel in de overgangsfase als in de definitieve fase. Er is dus geen verplichting om de status van toegelaten CBAM-aangever aan te vragen en toegang te krijgen tot het CBAM-register.

Hoe kan ik een toegelaten CBAM-aangever worden? 

De CBAM-aanvraag wordt naar behoren ingevuld en ingediend door rapporterende aangevers (in de EU gevestigde importeurs en indirecte douanevertegenwoordigers) of elke nieuwe importeur van CBAM-goederen die in de EU is gevestigd, via het CBAM-register. 

Een reeks informatie in de aanvraag wordt gevraagd om na te gaan of volledig wordt voldaan aan de vereisten op het gebied van juridische, financiële en personele capaciteit. De elektronische toepassing is gestandaardiseerd voor alle lidstaten, maar elke nationale bevoegde instantie heeft het recht om aanvullende informatie en/of documentatie op te vragen als verplichte velden om de informatie te verwerken. 

Voorafgaand aan de indiening is het van cruciaal belang om na te gaan welke specifieke vereisten van toepassing kunnen zijn in de lidstaat waar de aanvraag wordt ingediend.

  • Voor België worden alle details verstrekt in de gebruikershandleiding om de status van toegelaten CBAM-aangever in België op te vragen en in de stap-voor-stap richtlijnen. Aangezien deze leidraden iteratief zijn en regelmatig worden herzien, moet u ervoor zorgen dat u de meest recente versie controleert.

Wat gebeurt er na het indienen van de aanvraag?

Zodra de aanvraag is ingediend, wordt deze behandeld door de nationale bevoegde autoriteit van de EU-lidstaat waar de CBAM-aanvrager is gevestigd. 

De NCA gaat na of volledig aan alle criteria is voldaan en start de raadplegingsprocedure om ervoor te zorgen dat noch de Europese Commissie, noch enige andere NCA in de EU bezwaar maakt tegen de toekenning van de status van toegelaten aangever volgens het CBAM.

De NCA heeft maximaal 120 kalenderdagen de tijd om de aanvraag te beoordelen vanaf de datum van ontvangst van een aanvraag. Er kan uitstel worden verleend om aanvullende informatie/documentatie op te vragen die nodig is voor een goede beoordeling van de aanvraag. In dit geval kan de NCA-beoordeling maximaal 180 kalenderdagen duren.

Er wordt een afwijking verleend voor aanvragen die vóór 15 juni 2025 zijn ingediend en waarvan de beoordeling 180 kalenderdagen kan duren vanaf de datum van ontvangst van een aanvraag.

De uitkomst van de beoordeling kan zijn:

  • Weigering van de vergunning : De NCA stelt de aanvrager hiervan op de hoogte, met vermelding van a) het voornemen en de redenen en b) de termijn om de opmerkingen in te dienen (tot 30 kalenderdagen); of
  • Verlening van de machtiging: De machtiging wordt als 'actief' geregistreerd in het CBAM-register en krijgt een uniek identificatienummer.

Voor aanvragers die minder dan twee jaar gevestigd zijn,  wordt eerst een garantie verstrekt aan de NCA om de vergunning te activeren. 

Guidance documents:

Juridische basis: